Als auteur kun je niet alleen veel leren van mede-auteurs, maar ook van schrijvers uit een andere branche. Zo las ik laatst ‘Save the Cat!’ van Blake Snyder, één van de populairste schrijfmentoren in de filmindustrie. Je leest in deze blog zijn praktische schrijftips over scenarioschrijven en je zult zien: ze zijn ook geschikt voor je manuscript.
Maak de hoofdpersoon de held van je verhaal
In ‘Save the Cat!’ schrijft Blake Snyder dat het belangrijk is om je verhaal een hoofdpersoon te geven met wie de kijker (of: de lezer) zich kan identificeren. Dit personage noemt Blake ‘de held’. Het lijkt vanzelfsprekend om een hoofdpersoon in je verhaal te verwerken, maar de held is niet zomaar een hoofdpersoon. Een held is iets of iemand met wie we kunnen meeleven, op wie we onze aandacht kunnen richten en voor wie we kunnen juichen. Ieder verhaal gaat namelijk over iémand, hoe lang of kort dat verhaal ook is.
Denk maar eens aan reclamespotjes, zelfs die hebben vaak een hoofdpersoon om ons bij het verhaal te betrekken.
Anti-helden als hoofdpersoon
De held van het verhaal hoeft niet altijd letterlijk een held te zijn. Soms is het een anti-held, iemand die eigenlijk niet in het typische plaatje van de heldenrol past.
Aladdin is een goed voorbeeld van een anti-held, legt Blake Snyder uit. In het originele verhaal is hij verwend, lui én een dief. Niet bepaald Disney-proof materiaal voor een hoofdpersoon. Daar hebben de schrijvers gelukkig iets op gevonden tijdens het herschrijven van het originele verhaal. Zo zie je de hongerige Aladdin in het begin van de animatiefilm eten stelen en over het marktplein vluchten voor de bewakers. Als het hem lukt om ze af te schudden, staat hij veilig in een steegje – klaar voor zijn eerste hap. Maar dan ziet hij twee uitgehongerde kinderen. Met pijn en moeite geeft hij zijn stuk brood weg en, hoppa, we zijn meteen Team Aladdin!
Dit is wat Blake Snyder bedoelt met de schrijftip ‘Save the Cat!’. Laat de (anti-)held in je verhaal iets goeds doen, zoals het redden van een kat of het weggeven van zijn gestolen brood. Zorg ervoor dat je kijker/lezer genoeg om hem geeft om aan zijn kant te staan.
Meer weten over personages? Lees dan ook: ‘Zo breng je een personage tot leven’.
Geef je hoofdpersoon een ‘All is lost’-moment
Een andere tip van Blake Snyder is om het je hoofdpersoon moeilijk te maken. Leg hem dilemma’s voor en creëer een ‘All is lost’-moment, waarop het niet meer goed lijkt te komen. Dat hoeft niet automatisch te betekenen dat de wereld vergaat, maar voor de hoofdpersoon voelt het op dat moment wel zo. Het ‘All is lost’-moment is een belangrijk omslagpunt in je verhaal. De hoofdpersoon denkt niet langer alleen aan wat hij wil, maar gaat nadenken over wat hij echt nodig heeft. Zo dwing je de hoofdpersoon tot een emotionele ontwikkeling, waardoor hij alleen maar sympathieker en realistischer wordt voor je kijkers of lezers.
Een simpel voorbeeld
Stel dat je hoofdpersoon een ambitieuze zakenman is die alles opzij zet voor zijn carrière. Hij werkt non-stop voor zijn kans op een grote promotie en gunt zichzelf geen tijd voor een serieuze relatie. Als hij onverwachts halsoverkop verliefd wordt en even later gedumpt wordt omdat hij zijn love interest (onbewust) heeft verwaarloosd, raakt dat hem harder dan hij dacht. Zeker als hij ook nog eens zijn dure auto in de prak rijdt en een collega de promotie krijgt. Dát is zijn ‘All is lost’-moment. Je hoofdpersoon moet nu wel in actie komen om orde op zaken te stellen, dus om iemands hart te veroveren, de wereld te redden of die ene grote droom waar te maken.
Vaak zit het ‘All is lost’-moment ergens op driekwart van het verhaal. Let maar eens op wat er rond de 70e minuut gebeurt in de volgende film die je kijkt.
Zorg voor een onderlinge strijd
Ieder verhaal heeft naast een hoofdpersoon (de protagonist) ook een tegenstander of tegenspeler. Deze tegenpool is de antagonist en die komt in verschillende soorten en maten: van letterlijke superschurk tot jaloerse ex, gemene pestkop of chagrijnige buurman.
Laat de protagonist en antagonist onderling ‘strijden’ en zorg dat er iets op het spel staat. Geef de antagonist in deze strijd een eigen doel en maak hem ‘slecht’ genoeg om je kijker/lezer aan de kant van de protagonist te krijgen én houden. Hoe meer je kijkers/lezers tégen het doel van de antagonist zijn, hoe harder ze juichen als je protagonist als winnaar uit de strijd komt.
In het voorbeeld van de ambitieuze zakenman is de collega die er uiteindelijk met de promotie vandoor gaat waarschijnlijk de antagonist. Bekende antagonisten zijn onder andere Darth Vader in Star Wars, The Joker in Batman en Loki in Thor/The Avengers.
Alle ‘Save the Cat!’ schrijftips lezen? Je bestelt het boek hier.
Show, don’t tell
Vorig jaar trakteerde ik mezelf op de schrijfcursus ‘Scenario schrijven’ aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Er ging een wereld voor me open en het was nóg interessanter dan ik hoopte. In boeken kun je veel vertellen over je personages, zoals wat ze denken en hoe ze zich voelen. Bij films en series zonder algemene verteller is dat een ander verhaal. Kortom, als je érgens kunt leren wat show, don’t tell inhoudt dan is het wel bij de mensen die geen andere keuze hebben dan alles te laten zien: de scenarioschrijvers. Je leert als scenarioschrijver werken met non-verbale communicatie, met alles wat niet gezegd wordt, zoals lichaamshoudingen, bewegingen en de manier waarop iemand praat.
De cursus is een aanrader en anders is het boek ‘Save the Cat!’ in ieder geval een mooi begin om wegwijs te worden in de wereld van het scenarioschrijven. Ik wens je veel lees- en schrijfplezier!
Hoi, ik ben Sarah!
Ik help én begeleid auteurs, uitgevers en bedrijven om tot teksten en manuscripten te komen zoals ze bedoeld zijn. Dit doe ik door middel van een vlotte en persoonlijke aanpak.